Inleidingen bij de Rechter Tie-verhalen — Thomas van Gulik
Nagels in Ning-tsjo Eind juli 2015 is bekend geworden dat de Olympische Winterspelen in 2022 in Beijing zullen worden gehouden. Een deel van deze Spelen, met name de bergsporten, zal plaatsvinden in de provincies Yanqing en Zhangjiakou, 75 tot 150 kilometer ten noordwesten van de stad Beijing. Door dit gebied loopt de 6000 kilometer lange Chinese muur die gedurende de keizerlijke dynastieën van China was gebouwd om het land te beschermen tegen invallen van nomadische volken ten noorden van de Chinese grens. Tijdens de T’ang-dynastie, de tijd dat de historische rechter Tie leefde (630-700), stond een deel van deze muur al in deze landstreken. Ning-tsjo is een denkbeeldige stad niet ver van het gebied waarover de Tataren, die een voortdurende bedreiging vormden voor de noordgrens van China, de heerschappij hadden. Nagels in Ning-tsjo is de enige Rechter Tie-roman die zich afspeelt in het besneeuwde winterlandschap van het noordwesten van China. Nagels in Ning-tsjo is de vijfde Rechter Tie-detectiveroman die Robert van Gulik schreef. Nadat Rechter Tie’s termijn als magistraat van Lan-fang erop zat, werd hij overgeplaatst naar Ning-tsjo. Als magistraat stond hij aan het hoofd van een district, de kleinste eenheid in het oude Chinese bestuurssysteem. Behalve rechter was hij ook burgemeester en hoofd van de politie belast met het opsporingswerk. Het was belangrijk dat de positie van de districtsmagistraat niet verstrengeld zou raken met lokale politieke of handelsbelangen. Dat was de reden dat in het immense bestuurssysteem van het Chinese keizerrijk de districtsmagistraat iedere drie jaar werd vervangen. Gedurende zijn ambtsperiode werd de districtsmagistraat gecontroleerd door agenten van het hooggerechtshof in de hoofdstad Peking (Beijing) die zich incognito onder de bevolking begaven. Zij rapporteerden over het functioneren van de districtsmagistraat en konden adviseren hem te corrigeren of zelfs te ontslaan. Dit gebeurt ook in Nagels in Ning-tsjo wanneer rechter Tie de lokale onrust in Ning-tsjo niet in de hand lijkt te hebben en vanuit de hoofdstad de legering van een militair garnizoen in zijn district wordt aangekondigd. Deze interventie had vooral tot doel ervoor te zorgen dat de barbaarse horden in het noorden niet de kans kregen hun voordeel te doen van een verzwakt gebied aan de grens van het keizerrijk. Robert van Gulik deelde als Nederlandse diplomaat in de buitenlandse dienst dezelfde cycli van ambtsperioden met rechter Tie. Hij werd voor perioden van drie jaar uitgezonden naar Japan, Afrika, China, de Verenigde Staten, India, het Midden-Oosten, Maleisië en Korea. Die buitenlandse termijnen werden zoals gebruikelijk afgewisseld met periodes op het ministerie van Buitenlandse Zaken (anders dan in het geval van rechter Tie, om voeling met het departement in Den Haag te houden). Na zijn studie sinologie in Leiden en promotie in Utrecht op Hayagriva, een tantristische paardengod in China en Japan, werd hij op 24-jarige leeftijd aangenomen bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Als Verre Oosten-kenner vertrok hij in mei 1935 naar zijn eerste post op de Nederlandse ambassade in Tokio. In die periode stuitte hij op rechter Tie. Rechter Tie was een legendarische Chinese rechter die leefde in de T’ang-dynastie (618–908). Robert van Gulik, zelf een groot liefhebber van detectiveromans, vond een boekje van een Chinese auteur uit de achttiende eeuw over deze beroemde rechter en de moordzaken die hij had opgelost. Hij vertaalde dit boek in het Engels en voorzag het van een inleiding waarin hij het eeuwenoude Chinese rechtssysteem uiteenzette en een beschrijving gaf van de traditionele Chinese misdaadroman. Met deze publicatie over de oorspronkelijke rechter Tie (later in het Nederlands vertaald als De vergiftigde bruid) wilde Robert van Gulik het Westen laten zien dat China zijn eigen detectivegenre had en zijn eigen Maigret of Sherlock Holmes. Aangespoord door de vele enthousiaste reacties die hij op zijn vertaling ontving, kwam Robert van Gulik op het idee de lotgevallen van de scherpzinnige rechter Tie voort te zetten. Hij bracht de meesterdetective uit de T’ang-dynastie weer tot leven in zijn zelfverzonnen Rechter Tie-misdaadromans. Hierin maakt hij de lezer deelgenoot van zijn diepgaande kennis van de Chinese cultuur en zijn ervaringen in het Verre Oosten. Een ingenieuze plot in een authentieke Chinese sfeer, geschreven volgens de regels van de westerse detectiveroman, vormen het succes van de Rechter Tie-serie. De boeken zijn inmiddels in 29 talen over de hele wereld vertaald, ook in het Chinees. Ik heb een deel van mijn jeugd met rechter Tie doorgebracht. Mijn vader schreef Nagels in Ning-tsjo in de zomer van 1958 toen hij Nederlands ambassadeur was in Libanon, Syrië en Jordanië met als standplaats Beiroet. Hij was getrouwd met mijn moeder Shih-fang Shui, de dochter van een Chinese diplomaat die onder de laatste keizerlijke dynastie diende op de Chinese gezantschappen in Parijs, Berlijn en Leningrad (zie inleiding Het spook in de tempel). Er wordt gezegd dat mijn grootvader de laatste mandarijn was die China kende. Wij woonden in Beiroet in het voormalige paleis van de Turkse gouverneur in Libanon, dat omgeven was door een weelderige tuin waarin ik met mijn Libanese buurjongetje hutten bouwde. Libanon is een prachtig land, met aan de ene kant Beiroet aan de kust van de Middellandse Zee, de Rivièra van het Midden-Oosten, en aan de andere kant hoge bergen met besneeuwde toppen. In de winter gingen we vaak naar de bergen: ik herinner mij de mooie bossen met ceders waarvan de takken doorbogen onder het gewicht van de sneeuw. Een inspirerend sneeuwlandschap dat het decor vormde voor Nagels in Ning-tsjo met rechter Tie en zijn trouwe assistenten Ma Joeng, Tsjiao Tai en Tao Gan in gewatteerde jassen, op paarden die wolkjes adem uitbliezen. Evenals rechter Tie was mijn vader in zijn professionele leven zeer gesteld op protocol en de naleving daarvan. Bij officiële bezoeken werd hij in zijn zwarte Ford naar zijn bestemming gereden, met volgens protocol de Nederlandse vlag op een standaard op de linkervoorzijde van de auto. Beiroet was in die tijd verscheurd door een burgeroorlog tussen christenen en moslims. De rood-wit-blauwe vlag werd voor de Franse driekleur aangezien en als gevolg van de anti-Franse sfeer na de Suezcrisis van 1956 werd de auto bij wegversperringen niet doorgelaten of zelfs met stenen bekogeld. Mijn vader loste dit probleem op door een oranje vlag te ontwerpen met daarop de bekende staande Nederlandse leeuw in zilverdraad geborduurd. De situatie in Beiroet werd steeds grimmiger en toen een ambassademedewerker in zijn been werd geschoten, werd de ambassade tijdelijk naar het goed beschermde Hotel St. George in Beiroet verplaatst. Dit hotel lag aan het strand en kenden wij in betere tijden van lunches en zwemmen in zee. Ik heb een foto waarop mijn vader met een geladen pistool achter zijn broeksriem samen met zijn medewerkers staat, in de geïmproviseerde kantoorruimte in het hotel. Wij werden met mijn moeder naar een huis in de bergen gestuurd en mijn vader bleef achter in Beiroet. In zijn werkkamer thuis had hij draden gespannen om aan te geven in welke hoeken je veilig was voor eventuele door het raam vliegende kogels. Onder deze spannende omstandigheden schreef hij Nagels in Ning-tsjo, waarin iets van die bedreigende sfeer doordringt in de zittingen van het gerechtshof waar rechter Tie zijn verdachten hardhandig laat aanpakken. Robert van Gulik was van plan met Nagels in Ning-tsjo, de vijfde Rechter Tie-roman, zijn detectiveserie te beëindigen. Een van rechter Tie’s trouwe metgezellen verliest in dit verhaal zijn leven en Tie zelf wordt per keizerlijk decreet bevorderd tot president van het hooggerechtshof in de hoofdstad, een eervolle positie. Dit zou een mooi eindpunt van de serie zijn, ware het niet dat zijn uitgevers in Londen en Den Haag vroegen om een vervolg op de succesvolle boeken. Hij ging door met nieuwe Rechter Tie-romans maar veranderde wel de formule door met een kleiner aantal personages te werken en het verhaal zich in een korter tijdsbestek te laten afspelen. Na een aantal boeken besloot hij dat Moord in Canton zijn laatste roman zou zijn, maar ook toen schreef hij weer door omdat zijn lezers om meer vroegen. Uiteindelijk zijn er zestien titels in de Rechter Tie-detectivereeks verschenen. Ik vind Nagels in Ning-tsjo met zijn sterke karakterbeschrijvingen en motieven de meest ontroerende Rechter Tie-roman van Robert van Gulik. Hij heeft zijn ziel in dit verhaal gelegd, misschien omdat hij wist dat het zijn laatste Rechter Tie-mysterie zou worden. Vrouwelijke lezers hadden hem gevraagd waarom rechter Tie zich nooit van een warmere kant liet zien. In Nagels in Ning-tsjo komt Van Gulik hieraan tegemoet door rechter Tie, die zoals toen gebruikelijk drie vrouwen had, diepere gevoelens te laten hebben voor een vrouw die zijn pad kruist. In Nagels in Ning-tsjo komt u tegen de contrasterende achtergrond van een wrede moord achter de betekenis van de rode bloesems van de winterpruimenboom, die langzaam naar beneden dwarrelend als rode stippen neerzinken op de witte sneeuw. © Erven R.H. van Gulik |